Het vonnis van de rechtbank in het verloren kort geding van Viruswaanzin laat goed zien dat de pot de ketel verwijt dat het zwart ziet. Viruswaanzin stelt en beweert dat de Staat zich niet aan de grondwet houdt. Uit alinea 4.5 van het vonnis blijkt dat Viruswaanzin zelf zich niet aan de grondwet houdt.
Viruswaarheid c.s. hebben gevorderd de aangekondigde Tijdelijke wet maatregelen Covid-19 al op voorhand overbindend te verklaren. Die vordering komt niet voor toewijzing in aanmerking. Zoals hiervoor al is overwogen, was er op het moment dat de zitting plaatsvond zelfs nog geen wetsvoorstel voor een tijdelijke wet ingediend; de vordering is daarom prematuur. Bovendien is het vaststellen van wetten in formele zin op grond van artikel 81 van de Grondwet opgedragen aan de regering en de Staten-Generaal gezamenlijk, waarbij de vraag of, wanneer en in welke vorm een wet tot stand zal komen, moet worden beantwoord op grond van politieke besluitvorming en afweging van de daarbij betrokken belangen. De op de Grondwet berustende verdeling van bevoegdheden van de verschillende staatsorganen brengt mee dat de rechter niet mag ingrijpen in deze procedure van politieke besluitvorming. Van een wet die ter beoordeling aan de (voorzieningen)rechter kan worden voorgelegd, is dus evident (nog) geen sprake.